Zoeken
De hobo behoort tot de houtblazers en vertoont, wat de uitwendige vorm betreft, een zekere gelijkenis met de klarinet. De klankkleur is echter volledig verschillend, door het dubbelriet als mondstuk en de conische boring van het instrument.
Het hoborepertoire is zeer uitgebreid en gevarieerd en kan altijd aangepast worden aan de smaak, de mogelijkheden en de eigen inbreng van de leerling. Naast het ontwikkelen van alle technische en muzikale vaardigheden, leer je ook zelf rieten maken.
Van alle houtblazers is de klarinet het meest veelzijdige instrument. Van Mozart tot Fusion en Freejazz, altijd is de klarinet wel van de partij. Als klarinettist beschik je over een enorme omvang van bijna vier octaven en de mogelijkheid om van het uiterste pianissimo tot een trommelvliesbedreigend fortissimo te spelen. De grootste kwaliteit is de klankkleur. Je kan op de klarinet een warme en ronde klank produceren die overal bij past.
Een koninklijk instrument onder de houtblazers! De fagot is net als de hobo een dubbelriet instrument, en heeft dankzij zijn grootte een mooie lage klank. En alsof de fagot nog niet groot genoeg is bestaat er ook nog een contrafagot, die nog lager klinkt. Gelukkig bestaan er ook kleine instrumenten voor kinderen, zodat die ook fagot kunnen spelen met hun kleinere handen.
De saxofoon is een houtblazer met een enkel riet, zoals de klarinet. Ze bestaat in verschillende maten en toonhoogtes (hoe groter het instrument, hoe lager het klinkt): sopraansaxofoon, altsaxofoon, tenorsaxofoon en baritonsaxofoon. Saxofoon is een leuk instrument waarvan de techniek redelijk snel aangeleerd kan worden.
De blokfluit is een instrument voor wie houdt van eenvoud en natuurlijke materialen, en bovendien geboeid is door de rijkdom aan oude of hedendaagse muziek. Het instrument bestaat in verschillende maten en toonhoogtes, in de lessen blokfluit leer je alle leden van de blokfluitfamilie bespelen (sopraan, alt, tenor en bas).
De traverso is de voorloper van de dwarsfluit, die pas in het begin van de 19de eeuw ontstaan is. In tegenstelling tot de moderne, metalen dwarsfluit is de traverso uit hout gemaakt, met een mondgat, zes vingergaatjes en één klep i.p.v. een uitgebreid kleppensysteem als de dwarsfluit. Het instrument heeft een zachte, warme klank, donkere klank die niemand onberoerd laat! Het is één van de barokinstrumenten die je binnen de afdeling oude muziek kan leren bespelen.
De groep van de kleine kopers bevat de trompet - ongetwijfeld het bekendste koperblaasinstrument-, maar ook de cornet en de bugel (uitgevonden door de Belg Adolphe Sax) - bij het grote publiek minder gekend. Deze instrumenten klinken iets zachter en warmer dan de trompet. Bij inschrijving kies je één instrument hiervan. Twijfel je om een koperblaasinstrument te spelen omdat ze te luid zijn en problemen kunnen geven met de buren? Voor ca. 50 euro kan je je een studiedemper aanschaffen.
Hoorn is, ondanks de geruchten, niet moeilijker te bespelen dan andere koperblaasinstrumenten. Hoorn speel je echter met één hand, de linkerhand, terwijl de rechterhand onderaan in de beker van het instrument wordt gehouden om het instrument te ondersteunen. Het gewicht van een hoorn kan namelijk makkelijk oplopen tot 3 kg. Na een tijdje kan je daar wel eens vermoeide armen van krijgen. Vandaar dat men soms een hoornsteun gebruikt. Toch is hoorn leren spelen de moeite waard: zijn warme klankkleur is uniek, terwijl hij met zijn hoge tonen je ware rillingen kan bezorgen.
Trombone, tuba en eufonium behoren tot de groep van het zwaar of laag koper, wat niet betekent dat deze instrumenten alleen door 'zware jongens' kunnen worden bespeeld. We zien in de orkesten steeds meer vrouwen tuba en trombone met zwier hanteren en bespelen. Voor kinderen en jongeren worden ze op maat gemaakt. Geen reden dus om weigerachtig te blijven tegenover de prachtige lage klanken van deze mooie instrumenten. Bij inschrijving kies je één van deze instrumenten.
Wie voor gitaar kiest, kiest voor een veelzijdig instrument. Je leert aanvankelijk akoestische "Spaanse" gitaar, tokkelen met je vingers, slagtechniek,... Zolang je het basis jaarprogramma met inzet afwerkt, kan je in samenspraak met je leraar ook elektrische gitaar en basgitaar leren. Ook in de groepsmusiceervakken voor gitaar kan je deze instrumenten bespelen.