In het vak historische uitvoeringspraktijk linken we middeleeuwse, renaissance- en barokmuziek aan historische bronnen over manieren van uitvoeren. Dit doen we niet vanachter een tafel maar vanachter het eigen instrument. Samen onderzoeken we de vrijheden van een bijzonder sensuele taal en ontdekken we soms tegensprekende visies over hoe we de muziek kunnen interpreteren. De diminutie- en continuopraktijk - naast de vele facultatieve versieringen in vroege muziek - bieden eindeloze mogelijkheden om persoonlijke accenten in de muziek te leggen. Deze ontdekkingstocht is belangrijker dan het perfect afwerken van de behandelde composities in deze cursus.

Je kan dit vak volgen als volwassen leerling oude muziek (vanaf 15 jaar) als alternatief voor muziekcultuur in de derde graad of als optioneel vak in de vierde graad.